Antwerpen: L.P. Boon Documentatiecentrum, 1994. Linnen band in stofomslag. Wijnrood linnen omslag met auteursnaam en titel in clichédruk. 508 p. 22 x 15,5 cm. Gepubliceerd in een beperkte oplage van 750 exemplaren, waarvan 250 ingebonden en 500 gebrocheerd. Boek, linnen omslag en binnenwerk zeer gaaf. Stofwikkel gedeeltelijk verkleurd door zon.
Bezorging en voorwoord door Ernst Bruinsma en Kris Humbeeck.
- Voorwoord (40 p. Romeins genummerd v-xlv)
- De Front-bijdragen, 18 augustus 1946 - 23 december 1950
- Index
- Appendix: Chronologische lijst van alle Front-bijdragen van Boon
- Inhoudopgave.
Het literatuur- en kunstkritische werk is een uitgave van het L.P. e Boon-studies onder redactie van Kris Humbeeck en Paul de Wispelaere. 'Voorwoord' bij dit deel door Ernst Bruinsma en Kris Humbeeck.
Van de honderden kritische bijdragen die Boon schreef tussen Mijn kleine oorlog en de afwerking van Zomer te Ter-Muren verscheen het merendeel in de communistische partijkrant De roode vaan en in het weekblad Front. Een klein aantal omvangrijkere stukken publiceerde hij in het liberale maandblad De Vlaamse gids.
In Front gaat Boon voor het eerst systematisch en uitvoerig over kunst schrijven. Omdat zijn positie op de steeds meer stalinistisch georganiseerde redactie van De roode vaan in de zomer van 1946 onhoudbaar geworden was, accepteert hij de uitnodiging van Aloïs Gerlo om redactiesecretaris van Front te worden.
Zijn bijdragen gaan o.m. over abstracte kunst, de brieven van Van Gogh, George Grosz, Masereel, Bosch, David, Cézanne en Rubens, maar ook over werk van Walschap, Hemingway, Daisne en Henry Miller.
Boons nauwelijks te verzamelen werk omvat meer dan twintig romans, novellen, verhalen, gedichten, hoorspelen, scripts, schilderijen, tekeningen etc