Houtekiet, Antwerpen-Baarn, 1994, 413 p. Eerste druk. Linnen band met stofomslag. Conditie: als nieuw. Ongelezen. Net als de andere beschikbare volumes een uitstekend exemplaar.
Vierde deel van alle in het dagblad Vooruit verschenen 'boontjes'. Dit deel bevat de boontjes gepubliceerd in 1963, samengesteld, verantwoording en annotaties door Julien Weverbergh en Paul de Wispelaere, die ook de bijdrage 'Notities omtrent "Boontje"' leverde, een artikel waarin hij de historiek en de betekenis van de literaire persona en auteursnaam 'Boontje' toelicht:
'Minder fijnvoelende mensen hebben dit misschien niet ingezien, doch tussen de romanschrijver Louis Paul Boon, die deze tweeduizendste bladzijde achter de rug heeft, zonder een enkel woord over zichzelf te zeggen... en tussen zijn schaduwbeeld Boontje, dat in de dag- en weekbladen steeds maar over zichzelf schrijft, zichzelf bespot, zichzelf onderzoekt, beschrijft, tussen beiden is een licht verschil waar te nemen. (...) Bij oppervlakkige beschouwing zouden wij inderdaad kunnen zeggen: Boontje schrijft steeds over Boontje. Doch beter toekijkend zal men merken dat Boontje in deze wereld rondloopt, haar grootte tracht te meten, haar diepte tracht te peilen... dat iets hem daarbij tot maatstaf moet dienen, en dat hij zichzelf als maatstaf heeft genomen. Aan eigen kleinheid meet hij de kleinheid der anderen... aan de eigen naïeve ziel en het eigen besmodderd geweten toetst hij de ziel en het geweten van dat hem vreemde wezen, dat zich "mens" noemt.'